karma
Door: webmaster
Blijf op de hoogte en volg Heidi
26 Juni 2011 | Togo, Lomé
Zaterdagochtend vertrekken we bij ochtendgloren met de bus naar Kpalimé. Omdat het toch 3 uur rijden is huren we met ons 3 een volledige bank in de taxi-bus. Zo zitten we toch een beetje comfortabel en gelukkig maar want na amper een uurtje rijden stopt de bus met een panne vlakbij een klein dorpje. De chauffeur sleutelt aan de versnellingsbak terwijl iedereen wat schaduw opzoekt. Na een pauze van een half uurtje zetten we onze reis voort maar niet voor lang. Een tiental km verder valt het busje plots stil. De chauffeur laat ons weten dat er geen benzine meer in het busje zit. Sylvia, Christel en ik proesten het uit… Dit is Afrika op zijn best. Hij zet zijn tocht met een kleine jerrycan te voet verder. Het lijkt wel de normaalste zaak van de wereld. De mensen ondergaan hier veel. We maken ons niet druk, integendeel. We spotten een beetje met de zwarte lappenpop die Sylvia in haar huis heeft staan. Volgens ons is het een voodoo pop en we hebben haar Vilaine Germaine gedoopt. Vanaf dan is zij de oorzaak van al wat ons hier in Afrika overkomt. Goh, wat hebben we met Vilaine Germaine al veel gelachen. Na een tijdje, wat is een tijdje? Een mens heeft hier geen enkel flauw benul van tijd, komt de chauffeur terug met de benzine. Met wat gepruttel krijgt hij het busje opnieuw aan de praat en trekken we verder door de brousse. Oef! We gaan er nog geraken… Dat had je gedacht, nog geen 10 minuten verder valt de bus opnieuw stil. De benzine is op, de chauffeur heeft één liter gekocht… De togolezen in het busje schelden hem uit voor oncompetent, gierig en dom. Daar staan we dan midden in de brousse met een busje zonder benzine. Maar Afrika is Afrika en het eerste busje dat aan komt gereden stopt meteen. Een eerste lading van passagiers stapt over (samen met de hopen bagage die ze meezeulen) en wanneer ook een tweede busje halt houdt stappen we over. Uiteindelijk bereiken we na meer dan 5uur rijden Kpalimé, een eerder toeristisch dorpje waar blanken naar de 3 watervallen in de omgeving komen kijken. Wij hebben er afspraak met Dominique en zijn gezin. Hij pikt ons op met zijn motor samen met 2 andere taxi-moto’s en door kleine veldweggetjes komen we bij hen thuis aan. Ondanks dat Sylvia heeft aangedrongen op een sobere ontvangst, de mensen knopen de eindjes elke maand aan elkaar, staat er een uitgebreide tafel gedekt. We drinken samen een glas Sangria (je leest het goed) en smullen van een heerlijke maaltijd. Pauline, de vrouw van Dominique, heeft zich erg uitgesloofd. Een voorgerecht, hoofdgerecht en verse ananas als dessert. Het wordt een leuk en aangenaam gesprek. Na het eten praten we met Dominique over zijn toekomstplannen ivm een nieuw project dat hij wil opstarten. Hij heeft met zijn zuurverdiende centjes en keihard te werken een grond van 4 hectare, 30 are gekocht in Agou. Nu wil hij op die grond een landbouwproject opstarten. De bedoeling is om het op starten en er tegen 2013 een actief vormingscentrum voor jongeren te maken. Zo kunnen de straatjongeren dan op jonge leeftijd de stiel van het boerenleven aanleren. Maar Dominique is aan het terrein met een groter probleem confontreerd. De mensen uit de omgeving komen er van het water, dat hij opvangt voor de gewassen te gieten, drinken. Het water is donkerbruin van kleur en de mensen worden er erg ziek van maar het is het enige water in de omgeving. Zijn droom is om voor het project en tergelijkertijd voor de 250 mensen in de buurt een waterput te voorzien met betere kwaliteit van water. Sylvia zelf en de voorzitter van Joko Togo hebben elk al hun persoonlijk engagement gegeven om met hun privé-centjes te investeren in deze waterput. Ik geloof heel erg in het project en in het doorzettingsvermogen van Dominique en ging vanaf dag 1 op zoek naar een doel met toekomst voor jongeren en voor de plaatselijke bevolking. Ik besluit om de centen die de vrouw van haar overleden man heeft gebracht aan te wenden voor de waterput. Dominique vraagt om zijn volledige naam op te schrijven zodat hij deze, samen met de namen van de 2 andere investeerders te laten graveren op de waterput… Zo leeft het mooi gebaar van de man en de 2 anderen toch nog verder in dit project. Ik vertel Dominique met tranen in de ogen dat het geen toeval kan zijn dat net vandaag de man in België is begraven. Dominique is, net zoals alle Togolezen, erg gelovig. Hij zegt dat het een teken van God is dat ik net vandaag hem heb gevonden en dat hij alles zal doen om er goed zorg voor te dragen en dat God het project zal beschermen. Het gesprek maakt me erg gelukkig en valt me tergelijkertijd heel zwaar. Als ik even buiten ga bieden de armen van Sylvia mij onmiddellijk troost. De familie is een beetje verbaasd om ons beiden in tranen te zien en vraagt meteen bezorgd of ze iets verkeerd hebben gedaan. Emoties worden zelden getoond in Afrika, het leven is hard en tranen worden verbeten.
Nog iets wat geëmotioneerd nemen we afscheid en zetten we onze terugreis naar Lomé met de taxi-bus in. Het is ondertussen al donker en de chauffeur doet aardig zijn best om zo snel mogelijk in Lomé aan te komen. Een pamper hadden we gerust kunnen gebruiken want we hebben af en toe toch wel onze ogen dichtgeknepen. 3 uur later bereiken we zonder problemen Lomé. Veilig thuisgekomen maken we nog snel een hapje en al vlug kruipen we onder het muskietennet. Meer dan 8u in een busje voor een onvergetelijk moment in Kpalimé, het is ons het méér dan waard geweest. En ja, Heidi haar rug doet het hier goed, I am back!
Gulle vriend,
Ik ben zo blij dat ik voor jou,net op deze dag, een mooi project heb gevonden. Terwijl jouw vrouw, de kinderen, jouw kleinkinderen, familie en vrienden vandaag van jou hebben afscheid genomen, zorgde jij dat aan de andere kant van deze planeet heel wat mensen zullen kunnen genieten van gezond water. Ik wil je uit heel mijn hart bedanken en ik ben er zeker van dat je, waar je nu ook bent, met heel veel voldoening zal kunnen toezien op de opbouw van dit project.
Heidi